Eland

Eland
De grootste nog levende soort van de familie van de hertachtigen (Cervidae) is de machtige Eland, in het Engels ‘elk’ (Europa) of ‘moose’ (VS) geheten.
Elanden leven in het wild in een cirkel rond het hoge noorden: in Scandinavië, de Baltische Landen, Polen en Rusland, en in het noorden van de Verenigde Staten en in Canada, met name in uitgestrekte bossen en moerassen. In Nederland komen ze helaas niet meer voor: hier zijn ze uitgestorven door de jacht. De laatste wilde eland in Nederland werd gespot in Drenthe in 1025!
Krachtige zwemmers
Elanden zijn aangepast aan het leven in de kou. Ze zijn groot, met een kop-romplengte tot 3 meter (vrouwtjes zijn iets kleiner) en een schofthoogte tot 220 centimeter. Een groot mannetje kan 800 kilogram wegen. Zijn gewei kan met gemak een spanwijdte van 2 meter hebben. Ze hebben ook een grote lange kop met een karakteristieke, druppelvormige zachte neus. Hun snuit is zeer gevoelig; ze hebben een uitstekend reukvermogen en tastzin. De vacht is donkergrijsbruin, behalve op de poten die grijswit zijn. Hun lange poten maken het gemakkelijk om door diepe sneeuw of moerassen te lopen. Elanden kunnen ook snel rennen, tot 50 kilometer per uur, en springen: ruim 2 meter ver.
Tijdens hun migratie van winter- naar zomerverblijven zwemmen ze met gemak door rivieren en meren. In de zomer duiken ze zelfs onder water om waterplanten te eten. Als ze kopje-onder gaan, kunnen elanden hun neusgaten afsluiten zodat er geen water naar binnen dringt.

30 kilo bladeren per dag
Elanden zijn planteneters en eten vooral bast en bladeren van bomen zoals dennen, populieren en wilgen. In de zomer komen daar kruiden, waterplanten en andere zachtere planten bij. Een volwassen eland eet ongeveer 30 kilogram bladeren per dag. Jonge elanden moeten ook veel eten om aan te sterken en snel te kunnen groeien: na de eerste maand komen ze ongeveer een kilo per dag aan.
Elanden zijn solitaire dieren, behalve tijdens de paartijd in het najaar, wanneer ze bij elkaar komen. Een vrouwtje krijgt meestal één jong, soms een tweeling, na een draagtijd van 235 dagen. Het jong blijft 18 maanden bij de moeder. Tegen die tijd is het helemaal zelfstandig en klaar om de wereld alleen te verkennen. Elanden kunnen 25 jaar oud worden.
Elk, moose of eland?
De Engelse benaming van dit grote hert kan verwarrend zijn. In de Verenigde Staten is een ‘elk’ een geheel ander dier dan de eland: een hert dat wij een wapiti noemen. Toen de eerste Europeanen in Amerika een wapiti zagen, dachten ze zeker te weten dat dit het grootste hert was dat daar voorkwam. Ze gaven het daarom de naam ‘elk’, omdat dat het grootste hert in Europa was. Pas later ontdekten ze dat er ook elanden in Amerika leefden, en die kregen de naam ‘moose’. Moose is namelijk afgeleid van de inheemse naam voor de eland in de lokale Algonquin-taal.
Om het nog ingewikkelder te maken: er zijn ook twee diersoorten die in het Engels ‘eland’ heten, maar dat zijn helemaal geen herten maar Afrikaanse antilopen (holhoornigen, familie van koeien). De eland is dus een mooi voorbeeld van het belang van wetenschappelijke namen: als je het over ‘Alces alces’ hebt, weet iedereen ter wereld welk dier je bedoelt.
Je kunt een eland zien in de tentoonstelling IJstijd in het museum.