Dier van de maand
Elke maand kiest directeur Fiona Zachariasse of één van onze conservatoren een dier van de maand uit de uitgebreide, diverse collectie om in het zonnetje te zetten. Dat kan om allerlei redenen zijn: omdat ze wel eens wat extra aandacht verdienen, omdat ze een mooi verhaal hebben, of er grappig/lelijk/verrassend uitzien.
Deze maand: de Oehoe!

Oehoe
De grootste uil van Nederland, zelfs een van de grootste uilen ter wereld, is de Oehoe (Bubo bubo). Met zijn imposante verschijning, feloranje ogen en kenmerkende roep is de oehoe niet gemakkelijk met andere uilen te verwarren. Als je het geluk hebt om hem te zien of horen, dan weet je het wel!
In oktober begint de zogenaamde najaarsbalts, waarbij mannetjes luidkeels hun territorium afbakenen.
De oehoe hoort bij de familie Strigidae, de 'echte uilen. Ze komen voor in een brede gordel over het midden en noorden van Eurazië. Bijna overal waar bossen afgewisseld worden met open vlaktes is de oehoe traditiegetrouw te vinden.
In Nederland is dat anders geweest: de oehoe was hier in de 20e eeuw uitgestorven door toedoen van de mens. In de jaren negentig begonnen ze vanzelf terug te keren en inmiddels zijn er meer dan honderd broedparen over heel Nederland. Het aantal gaat elk jaar nog een beetje omhoog. De kans om er één tegen te komen is dus aanzienlijk toegenomen!

Oehoevrouwtjes zijn groter dan de mannetjes
Oehoes hebben een lichaamslengte van 75 cm en een spanwijdte tot (echt!) 1,90 meter! Vrouwtjes zijn groter dan mannetjes en kunnen meer dan vier kilo wegen. Ze hebben een geelbruin gespikkeld verenkleed, met zwarte vlekken, een zwarte snavel, grote oranje ogen en lange zwarte oorpluimen.
Hun ogen kunnen niet draaien in de oogkassen, maar met zijn lange nek kan de oehoe zijn hoofd helemaal naar achteren draaien. In tegenstelling tot andere uil-soorten kunnen ze overdag goed zien.
De oehoe-oren zitten niet onder de oorpluimen, maar verscholen onder de veren aan de zijkanten van de kop. Ook bijzonder: de oren zijn asymmetrisch – het ene zit hoger dan de andere. Daardoor kunnen oehoes heel nauwkeurig bepalen waar een geluid vandaan komt. Heel handig wanneer je een jager bent, zoals de oehoe!
Duiven en ratten zijn z'n lievelingskostje, maar ook andere vogels, hazen, konijnen, muizen en zelfs vissen staan op het menu.
De echte balts en het paren vinden in het vroege voorjaar plaats. Dan roepen mannetjes heel hard en doen ze demonstratievluchten om vrouwtjes te imponeren. Vrouwtjes bouwen een nest op een klip of hoog in een boom en broeden een legsel van twee tot vier eieren uit. Het mannetje draagt niet bij aan het broeden of grootbrengen, maar voorziet het vrouwtje van eten totdat de kuikens oud genoeg zijn dat zij ze even alleen kan laten. Ongeveer 10 weken nadat ze uitkomen kunnen jonge oehoes vliegen. Ze verlaten het nest pas aan het begin van het najaar. Oehoes hebben lange levens: 27-jaar oud wilde exemplaren zijn bekend en in gevangenschap kunnen ze 60 jaar worden.
Aan de top van de voedselketen
De oehoe is een “apex-predator”: dat wil zeggen dat hij aan de top van de voedselketen staat. Dat de aantallen afnemen, wordt veroorzaakt door twee factoren: de mens (door uitroeien) of indirect (verkeer, elektriciteitsmasten, rattenverdelging). Gelukkig laat de situatie in Nederland zien dat het ook anders kan, met aandacht voor de natuur!