Dier van de maand
Elke maand kiest directeur Fiona Zachariasse of één van onze conservatoren een dier van de maand uit de uitgebreide, diverse collectie om in het zonnetje te zetten. Dat kan om allerlei redenen zijn: omdat ze wel eens wat extra aandacht verdienen, omdat ze een mooi verhaal hebben, of er grappig/lelijk/verrassend uitzien.
Deze maand: de Atlantische zalm!

Atlantische Zalm
Veel vissoorten zijn van het zoetwater of van het zoutwater, maar zo niet de Atlantische zalm (Salma salar): die gebruikt beide. Atlantische zalmen zijn zogeheten "anadrome vissen": ze paaien in zoetwater. maar brengen hun volwassen leven door in de zee.
De Atlantische zalm behoort tot de familie Salmonidae, de zalmen. Hij is de op twee na grootste zalmsoort, na de Taiman uit Siberie en de Chinook uit de noordelijke stille oceaan.
Van één naar honderd centimeter
Deze zalmen zijn slank en gestroomlijnd van vorm, ze zijn zilverkleurig met een rij zwarte kruisvormige stipjes langs de zijflank. Volwassenen zalmen zijn GROOT – ruim een meter in lengte en met een gewicht van 35 kilo. Bedenk daarbij dat hij als babyvis maar één centimeter meet wanneer hij uit zijn eitje komt. Over groei gesproken!
De Atlantische zalm kent een aantal groeistadia. In het late voorjaar zwemmen volwassen zalmen vanuit zee de rivieren in om te paaien. Ze zwemmen ver stroomopwaarts tot waar ze zelf geboren zijn. Het vrouwtje graaft kuilen in het grind waarin ze haar eitjes legt, die meteen door het mannetje worden bevrucht. Vervolgens worden ze afgedekt met grind, zodat ze niet wegstromen. (Bijzonder om te weten: de meeste zalmsoorten sterven na het paaien. Maar een deel van de Atlantische zalmen overleeft, zweemt terug naar zee, sterkt daar weer aan en paait dan nog een of meerdere keren in de navolgende jaren).
Het kan tot 45 tot 200 dagen duren voordat de eitjes uitkomen, afhankelijk van de watertemperatuur. De zoetwaterfasen van de groei nemen een tot acht jaar in gebruik. Daarna trekt de zalm naar zee, waar hij in een jaar of vier verder groeit tot hij volwassen is.

Survivor
De Atlantische zalm komt voor in de noordelijke Atlantische oceaan en aangrenzende wateren. Hun zuidelijke grens wordt bepaald door water temperaturen: zalmen houden van koeler water. Van oudsher kwamen ze voor in grote getallen in rivieren in Europa en noordoost Amerika. Tegenwoordig komen grote aantallen alleen voor in Scandinavië, noord Canada en Groenland.
Dat heeft ermee te maken dat de Atlantische zalm niet bepaald gemakkelijk heeft (gehad). De industriële revolutie heeft een behoorlijk negatieve impact gehad op zalmaantallen. Zalmen hebben schoon water nodig en Europese rivieren raakten vervuild in de negentiende en twintigste eeuw. Ook kwamen er allerlei obstakels die het de zalmen lastig maakten om stroomopwaarts te zwemmen, zoals stuwen en dammen.
Of dit al niet complex genoeg was voor de zalm, werden ook de grindbedden van hun paaigebieden aangetast en kregen ze te maken met overbevissing. Bovendien was ook het uitrooien van bevers nadelig voor de Atlantische zalm: bevers bevorderen ecologische omstandigheden die gunstig zijn voor de jonge vissen.
Gelukkig zijn er tegenwoordig allerlei maatregelen om deze mooie vis te helpen, waardoor hij de Europese rivieren weer in kan. De waterkwaliteit is aanzienlijk verbeterd door waterzuiveringsinstallaties, er worden visladders gebouwd zodat de zalmen gemakkelijker stroomopwaarts kunnen zwemmen en grindbedden worden hersteld. De terugkeer van de bever draagt er ook aan bij. Het tij lijkt dus te keren!
Je kunt deze bijzondere vis zien in de OO-zone van het museum.