Dier van de maand
Elke maand kiest directeur Fiona Zachariasse of één van onze conservatoren een dier van de maand uit de uitgebreide, diverse collectie om in het zonnetje te zetten. Dat kan om allerlei redenen zijn: omdat ze wel eens wat extra aandacht verdienen, omdat ze een mooi verhaal hebben, of er grappig/lelijk/verrassend uitzien.
Deze maand: de Zeearend!

Zeearend
Een zomerse dag naar het strand biedt ook de kans om bijzondere dieren die in het mariene milieu leven te zien. Een zeer bijzondere kustbewoner is de grootste roofvogel van Noord-Europa: de machtige Zeearend (Haliaeetus albicilla).
Zeearenden horen bij de familie van de havikachtigen, de Accipitridae. Ze hebben een donker grijsbruin verenkleed met een witte staart, een gele snavel en dito poten.
In een aantal talen is hun naam een variant van ‘wittestaart arend’ omdat hun staartveren zo kenmerkend zijn. In Nederland is ‘vliegende deur’ ook een bekende naam, want de zeearend is fors. Volwassen exemplaren hebben een lichaamslengte van 90 cm en een spanwijdte van 250 centimeter. Ze wegen tussen de 4 en 6 kilo.
"Vliegende deur" weer vaker te zien
Ondanks hun naam leven zeearenden ook bij grote meren of langs rivieren, zolang er maar gelegenheid is om te vissen en er bomen of kliffen in een rustige omgeving zijn, waar ze nesten kunnen bouwen.
Zeearenden kwamen van oudsher voor in de hele noordelijke helft – van Groenland tot Japan - maar hun aantellen kelderden vanaf de 19e eeuw. Op veel plaatsen werden ze door de mens uitgeroeid, en in de tweede helft van de 20e eeuw kwamen de overgebleven vogels onder toenemende druk te staan wegens habitatvernietiging en de nadelige effecten van pesticiden in de voedselketen. Om die reden zie je geen zeearenden meer in Midden- en Zuid-Europa, en in het noordwesten waren er midden jaren 90 weinig broedparen meer te vinden: geen in Nederland en België ,en maar één paar in Denemarken.
Gelukkig is er sindsdien veel veranderd: beschermde natuurgebieden het aan banden leggen van pesticiden en beschermde natuurgebieden hebben het mogelijk gemaakt voor de zeearend om bepaalde gebieden weer te gaan bewonen. In Nederland zijn ze teruggekeerd in 2006 en er zijn nu 30 broedparen. In Denemarken zijn er 152, in België 1. Ze blijven kwetsbaar voor verstoring, maar de aantallen nemen langzaam toe.

Zien of zennn?
Zeearenden besteden veel tijd aan wat lijkt op nietsdoen: ze brengen uren zittend op een boomtak door: tot 90% van de dag! Soms maken ze een verkennende vlucht over het water. Hun tak geeft uitzicht op hun jachtgebied, want ze zitten eigenlijk goed te kijken. Ze vissen het meeste in ondiep water – tussen de 1 en 2 meter diep. Een zeearend duikt boven op een vis en pakt die vast met zijn sterke klauwen. Normaliter wordt daarbij alleen hun poten nat, maar af en toe gaat de hele arend kopje onder.
Zeearend-stellen blijven hun hele leven samen. In het vroege voorjaar doen ze huwelijksvluchten met spectaculaire vliegmanoeuvres. Daarna bouwen ze een groot nest hoog in een boom, dat ze jarenlang gebruiken. Normaliter wordt er paar jaar twee eieren gelegd, met gemiddeld één succesvol uitgevlogen jong.
Jonge arenden zijn de eerste jaren kwetsbaar, maar als ze volwassenheid bereiken kunnen ze meer dan 30 jaar oud worden.
Je kunt een zeearend zien in de OO-zone van het museum.
TIP: de Friese natuurorganisatie It Fryske Gea heeft ook een zeearend livecam waar een nest te bekijken is. https://www.vogelbescherming.nl/beleefdelente/zeearend )